Het slijpen van schaatsen |
Waarom slijpen![]() |
Waarom moeten schaatsen scherp zijn? Simpel, tijdens het afzetten snijdt de schaats een beetje in het ijs. Dit merk je zowel op het rechte eind als in de bocht. Denk je maar eens in wat er kan gebeuren als je met een botte schaats probeert af te zetten in de bocht en je been glijdt weg. Je dweilt gegarandeerd zelf over het ijs. Maar ook op het rechte eind wil je tijdens de afzet grip houden. In figuur 1 is het verschil duidelijk te zien hoe een scherpe schaats grip heeft en een botte schaats niet. Maar ook het loopvlak van de schaats zelf moet vlak zijn, vrij van oneffenheden en boven al, vrij van braampjes. Braampjes en oneffenheden (ook die als gevolg van roestplekjes) krassen feitelijk onder je schaats in het ijs en bemoeilijken het schaatsen. En we willen allemaal lekker kunnen rijden of tijdens wedstrijden maximaal kunnen presteren. Dan moeten we zorgen dat het materiaal in orde is. Terug naar het begin |
Wanneer zelf slijpen |
Voor een recreant die een of twee keer per week traint is zelf slijpen niet echt nodig. Twee of drie keer per seizoen de schaatsen door een vakman (of deskundig IJ.V.L.-lid) laten slijpen is voldoende en vergt geen investering in materiaal en kennis. Een gevorderde schaatser en natuurlijk een wedstrijdrijder(-tje) stellen eisen aan het materiaal. Zij slijpen schaatsen meerdere malen per seizoen en zeker vlak voor een wedstrijd. Dan wordt het lonend om zelf te gaan slijpen. De investering in het benodigde materiaal kan je er al binnen één seizoen uit hebben. Zeker binnen die gezinnen met meerdere (wedstrijd) rijders wordt zelf slijpen al snel lonend. Bijkomend voordeel, je bent niet van iemand anders afhankelijk als je er vlak voor een wedstrijd achter komt dat je schaatsen niet in orde zijn. Terug naar het begin |
Benodigdheden |
Voor het slijpen heb je minimaal nodig:
Terug naar het begin |
Het slijpen van schaatsen![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Slijpen kan je overal doen, op een tafel, op de grond voor de tv, als je maar een stevige stabiele ondergrond voor de slijptafel hebt en er goed bij kan.
Voor dat met slijpen begonnen kan worden is het heel belangrijk om de schaatsen goed in de slijptafel te bevestigen. Ze moeten beide even hoog en even ver in de slijptafel ingeklemd zijn.
Tip: Polijsten met een zgn. polijstdriehoek geeft een mooi glad loopvlak aan de schaatsen. Begin met de blauwe (grove) kant en zo via de groene (middel) naar de roze (fijne) kant. Zo'n 50 - 100 keer heen en weer per kant heeft goede resultaten. Zet de polijstdriehoek als je begint (met de blauwe kant) eens op de ijzers en geef het een klein zetje. Het glijdt nauwelijks naar voren. Doe dit nog eens als je klaar bent met de blauwe kant. Nu glijdt het wel. Hoe zal het dan met het schaatsen gaan …!!! Terug naar het begin |
Controle![]() |
Om te controleren of het ijzer scherp is haal je de nagel schuin van boven naar beneden langs de geslepen hoek in het ijzer. Als je overal wat nagel slijpsel achterlaat is de schaats mooi scherp. Tip:(gelezen in een blad): gebruik niet altijd dezelfde nagel, anders slijt die te veel. Een andere snelle controle op braampjes en putjes is om de nagel onder een hoek van 45 graden langs de geslepen kant te halen. En mag geen braam meer te voelen te zijn (behalve putjes die in het ijzer kunnen voorkomen door beschadigingen). Terug naar het begin |
Het onderhoud van slijpstenen |
Door het slijpen slijten de slijpstenen ook. Een schone en vlakke slijpsteen geeft beter resultaat, dit geldt ook voor de braamsteentjes. Er is speciaal slijppoeder in de handel om de stenen weer op te werken. Strooi wat van het poeder op een vlakke ondergrond, b.v. een glasplaatje van 4 mm dikte (b.v. een glazen plankje dat in badkamers ed. onder spiegels gebruikt wordt, te koop bij ieder DHZ-centrum). In geval van nood kan ook een gewone stoeptegel gebruikt worden. Beweeg de steen in een rustige ronddraaiende beweging tot ze weer vlak is. Pas dit (zeker bij een braamsteentje) op alle zijden toe. Maak de stenen goed schoon met een droog nagelborsteltje. Je kan ze ook met schoon water (geen zeep) wassen en daarna goed laten drogen. Doe dit, afhankelijk van hoe vaak je slijpt, één of meerdere keren per seizoen. Braamsteentjes mogen best wat vaker opgewerkt worden. Pas op: bij de eerst volgende slijpbeurt van de schaatsen niet al te enthousiast slijpen, de stenen zijn "scherp"! Terug naar het begin |
Wanneer en hoe vaak slijpen |
Als je pas gaat slijpen als het ijzer bot is ben je feitelijk al te laat en kost het onnodig veel tijd om de schaatsen weer in orde te krijgen. En doordat je in één keer veel moet slijpen loop je de kans dat de ronding van het schaatsijzer wordt aangetast (zie hieronder).
Slijp wel altijd na een tocht op natuurijs. Het zand en vuil op dat ijs maken je ijzers snel bot.
Controleer regelmatig of het ijzer scherp is (zie hierboven). Aan het ijzer kan je voelen hoe het met je techniek gesteld is. Zijn de schaatsen bij de punt sneller bot dan in het midden of meer bij de achterpot dan schaats je of te veel met je punten of (in het laatste geval) zet je netjes van achter af.
Wordt het ijzer botter, slijp het dan. Ga dan niet tekeer als of je groot onderhoud aan het plegen bent. De grove kant van een slijpsteen heb je maar weinig nodig, als je regelmatig bijslijpt kan je in principe met de fijne kant volstaan. En voor een wedstrijd slijp je natuurlijk altijd en zo goed mogelijk. Terug naar het begin |
De Ronding![]() |
Een goede ronding onder het ijzer is belangrijk voor je schaatsslag, zeker in de bocht. Zonder ronding kan je een schaats niet goed sturen. Probeer maar eens op houten schaatsen (waarvan het ijzer een rechte onderkant heeft) een goede bocht te lopen. Dan merk je hoe belangrijk een ronding is. Maar ook op het rechte eind heb je, om een goede S-kurve in je slag te maken, een ronding nodig. In de meeste schaatsen zit een ronding van 21 meter geslepen. Dat is voor zowel Leiden als een 400mtr baan goed. Laat regelmatig de ronding nakijken, zeker als je vaak slijpt. Dat de ronding aangetast wordt door slijpen is onvermijdelijk, zie figuur 10. Laat b.v. aan het begin en in het midden van het seizoen de ronding eens nakijken en laat dan, alleen indien nodig, door een vakman een ronding aanbrengen. Doe dit niet vlak voor een belangrijke wedstrijd, je moet even aan een nieuwe ronding kunnen wennen. Door de schaatsen (voorzichtig) met de loopvlakken tegen elkaar te houden kan je snel een globale indruk van de kwaliteit van de ronding krijgen. De ijzers moeten zowel naar voren als naar achteren uit elkaar lopen en bij de uiteinden zo'n 2 - 2½ mm tussenruimte hebben. Voor de zeer ervaren schaatsers / slijpers: mbv. een rondingmal kan je zelf je ronding controleren. Houd je schaats tegen de mal aan en kijk tegen het licht, waar er licht tussendoor komt klopt je ronding niet. Daar kan je met voldoende ervaring wat aan doen met het slijpen. Nog een paar tips
|
Klapschaatsen![]() |
Bij klapschaatsen wordt het onderhoud van het klapmechanisme vaak vergeten. Toch is ook dit belangrijk ook al klappen ze nog goed. Smeer het mechanisme bij het veertje regelmatig met een goede 'klapperspray'. Net als bij olie voor de lagers van skeelers zijn er sprays met P.T.F.E. te koop. Een klein pufje spray is voldoende. Controleer ook altijd even of alle boutjes goed vast zitten en er geen speling in het mechanisme zit. Viking klapschaatsen zijn hiervoor gevoeliger dan Raps klapschaatsen of een Finn klapmechanisme. Je merkt dit doordat je, bij een uitgeklapte klapschaats, de achterkant een beetje heen en weer kan bewegen. Bij de Viking klapschaatsen zitten voorin op het klapmechanisme twee kleine inbus schroefjes. Bij speling kan je deze voorzichtig een beetje vaster draaien (maar let er op dat je schaatsen soepel blijven klappen. Controleer ook altijd de inbus schroeven in het klapmechanisme. Ook hier, voorzichtig aandraaien indien nodig en let op het soepel blijven klappen. Merk je niets aan je schaatsen, blijf dan van de schroefjes af !! Het kan, als je handig bent of een handig gezinslid hebt, geen kwaad om aan het eind van het seizoen het klapmechanisme los te schroeven en schoon te maken. Laat de schoen altijd zitten anders moet je dat weer gaan stellen. De veren van een klapschaats gaan kunnen 2 jaar meegaan, maar ook twee maanden. Zorg bij een wedstrijd altijd dat je een set reserve veren bij je hebt. Breekt er een veer, vervang dan ook altijd de andere. Viking veren zijn wat lastiger te vervangen dan bij Raps, bij een Finn mechanisme gaat het vervangen erg simpel. Bij Viking kan je, door de schoen aan de voorkant ietsje losser te draaien, de veren vervangen zonder dat de schoen er af gehaald moet worden door de veer een beetje rond te draaien. Heb je belangrijke wedstrijden midden in het seizoen (b.v een NK) laat je veren een paar weken van tevoren vervangen. Kan je wennen aan de nieuwe (strakkere) veren. Terug naar het begin |
Tot slot |
Net als een goede techniek is goed onderhouden materiaal erg belangrijk. En het rijdt veel lekkerder. Terug naar het begin |
![]() |